Bij het opstarten van een schuldregeling draait het niet alleen om het inkomen, maar ook om mogelijk aanwezig vermogen. Hoe bepaal je welk deel van dat vermogen meetelt voor de aflossing? De NVVK heeft hierover duidelijke richtlijnen opgesteld om te zorgen voor gelijke behandeling van hulpvragers in alle gemeenten.
De NVVK heeft een notitie uitgebracht die beschrijft hoe het vaststellen van het vrij te laten vermogen moet plaatsvinden. Beleidsadviseurs van de vereniging hebben verschillende methoden onderzocht en hun bevindingen gedeeld met het kernteam Kwaliteit van de NVVK. Het doel? Zorgen voor een gestandaardiseerde aanpak, zodat hulpvragers eerlijk en consistent worden behandeld, ongeacht waar ze wonen.
Toch is er ook ruimte voor maatwerk: "Soms is enige flexibiliteit nodig om rekening te houden met de persoonlijke situatie van de hulpvrager," aldus het kernteam.
De nieuwe richtlijn luidt als volgt:
De hulpvrager mag dit bedrag behouden, maar het wordt wel aangepast voor vaste lasten die al voldaan zijn vóór de start van de regeling.
Daarnaast zijn toeslagen die in de maand van toelating tot de schuldregeling binnenkomen vrijgesteld. Deze toeslagen zijn bedoeld om essentiële uitgaven te dekken, zoals huur, zorgverzekering en kinderopvang. Toeslagen die ook later tijdens de regeling worden ontvangen, blijven onderdeel van het vrij te laten bedrag.
Wanneer er tijdens de toelatingsmaand al kosten voorzienbaar zijn, zoals het betalen van het eigen risico voor de zorgverzekering, mogen deze ook worden vrijgesteld. Zo voorkomt de regeling dat iemand direct in de problemen komt omdat hij spaargeld heeft gereserveerd voor onvermijdelijke uitgaven.
Andere specifieke kosten, zoals reserveringen voor noodzakelijke uitgaven, kunnen ook worden vrijgehouden, mits deze goed worden onderbouwd.
Hier zijn drie concrete voorbeelden van hoe het vrij te laten vermogen kan worden toegepast:
Er zijn enkele uitzonderingen op deze regels:
De nieuwe notitie van de NVVK biedt een helder kader voor het vaststellen van het vrij te laten vermogen bij schuldregelingen. Met een combinatie van standaardisering en maatwerk wordt geprobeerd zowel consistentie als rechtvaardigheid te waarborgen. Het kernteam is enthousiast over deze nieuwe aanpak: "Het biedt de nodige duidelijkheid en maakt een eerlijke behandeling mogelijk voor alle hulpvragers."
Deze richtlijnen moeten voorkomen dat mensen direct na toelating tot een schuldregeling opnieuw in financiële problemen komen, zodat ze een solide basis hebben om hun schulden duurzaam aan te pakken.